Interview Inez van Oord

Wie ben je?

Inez van Oord

Hoe oud ben je?

47

Bedrijf:

Bedrijf: Co-Founder FiberFoods, Co-Founder of Mikono Food

Het achtste interview van EO is met Inez van Oord, terug van weggeweest bij E.O. Ze was op haar dertigste al lid, maar verkocht haar vorige bedrijf en ging naar Oeganda. Sinds kort is Inez weer terug én weer lid geworden van EO.

“We hadden overal naartoe kunnen gaan, maar ik ben erg praktisch ingesteld en wilde verschil maken. De grootste kans om verschil te maken, ligt voor mij in Afrika. Niet alleen op business niveau, maar ook voor onze kinderen. We wilden hen verder laten kijken dan hun neus lang is.”

Hoe maakten jullie de keuze voor Oeganda?

“We wisten nog niet waar we naartoe zouden gaan. Op ons lijstje stond Oeganda, Kenia en Rwanda. Hiervoor hadden we 22 afspraken met ondernemers gemaakt, als je daarheen gaat, komen er ter plekke nog veel afspraken bij. We voelden dat in Oeganda de meeste kansen lagen en zo was de keuze gemaakt. Mijn man kreeg daar een project voor zes maanden, we zijn gelijk na twee maanden, met tien koffers en drie kinderen naar Oeganda gegaan. Ik had net mijn bedrijf verkocht, een online studentenuitzendbureau, dus ik deed in het begin even niks. Daarna ben ik daar meerdere bedrijven gestart en daar zit ik nu middenin.”

Hoe ging dat?

“Ik heb daar eerst allemaal consultancy gedaan. Uiteindelijk snap je dan een beetje hoe het daar werkt. Ik raakte toen behoorlijk gefrustreerd over al die trainingen en hoe daar zoveel ontwikkelingsgeld naar toe gaat. We hebben tegen BuZa (ministerie van Buitenlandse Zaken) gezegd: geef ons nou wat geld om te bewijzen dat je al die programma’s moet draaien met met het oog op de markt. En dat kregen we. We zochten naar een product wat je kon kopen in Oeganda en vermarkten in Nederland. Dat is jackfruit geworden en daarmee zijn we Fiber Foods gestart.

Wat is jackfruit precies?

Jackfruit is een grote zoete plant, in Oeganda liggen deze en masse op de grond. Varkens eten het. Elk huishouden heeft ongeveer 1-2 van die bomen staan. Niemand deed daar iets commercieels mee. We laten ze jong van de boom halen, zodat ze qua structuur erg op vlees lijken. Door het in Oeganda te laten drogen, verschaf je daar werk, daar is het me ook om te doen. Bovendien is het een waardeketen die nog niet door mannen wordt beheerst. Deze industrie wordt in Oeganda geleid door vrouwen. Dat vind ik heel belangrijk, want je ziet dat koffie, chocola, vanille voornamelijk geleid wordt door de mannen daar.

Het ligt nu in Albert Heijn via een van onze klanten, Root zz. Zij maken er hamburgers en gehakt van. De mogelijkheden zijn legio. Het gaat puur om de vezel. Het heeft, als je het zo jong plukt, nog helemaal geen smaak. Ik weet niet hoe bekend de eiwittransitie is, maar veel bedrijven werken nu met erwten en soja. Je moet daar alleen kunstmatig structuur aan toevoegen met (dure) structureermachines om het die meaty bite te geven. En dat hoeft bij jackfruit niet. We zitten nu in de validatiefase. Wanneer je die lange vezels uit de evenaar mixt met 15% proteïne, krijg je een meaty bite en dan is het helemaal plant based.

Hoe lang zijn jullie daar nu mee bezig?

Sinds 2020, dus dat is nog erg recent. Daarvoor heb ik in Oeganda nog een HUB opgericht waar ik nog mede-eigenaar van ben.  In Nederland heb je bijvoorbeeld een HUB als Spaces, dit is een variant op hetzelfde thema. In Oeganda hebben we een heel oud pakhuis, waar mijn businesspartner 2.000 vierkante meter aan bedrijven in heeft gezet. Dat is daar helemaal nieuw. Het is een ongelofelijk mooi ecosysteem om Oegandese ondernemers verder te helpen. Veel jongeren leren hier programmeren en er zijn al meerdere internationale bedrijven ontstaan. De nieuwe ontwikkelingsminister  komt hier ook naartoe. Zo heb je een beetje een vinger in de pap bij al die ontwikkelingen.

Wat voor rol heeft EO gespeeld daar?

“EO Oeganda bestond toen nog niet, maar EO Kenia wel. In eerste instantie hielp EO natuurlijk gewoon puur door het netwerk en om in contact te komen met allemaal Keniase ondernemers. Dan dan zie je dat het eigenlijk misschien helemaal niet zo ingewikkeld is daar ook gewoon te ondernemen. Ze hebben mij heel erg gestimuleerd en wij ook het vertrouwen gegeven dat er veel kan. Anderhalf jaar geleden heb ik toen EO Uganda opgericht. Inmiddels zijn daar 25 ondernemers bij. Ik mocht zelf alleen nog niet lid worden omdat ik nog niet een bedrijf had met genoeg omzet, dus dat was wel een beetje zuur. De criteria zijn in Oeganda ook hetzelfde. Een miljoen omzet is nogal veel voor een Oegandese ondernemer, maar ik vind het eigenlijk wel goed dat die criteria hetzelfde zijn. Daardoor is het wel een sterk netwerk met veel impact driven ondernemers. Iedereen die daar een beetje een bedrijf heeft doet dit om het land beter te maken.”

Deze industrie wordt in Oeganda geleid door vrouwen. Dat vind ik heel belangrijk want je ziet dat koffie, chocola, vanille voornamelijk geleid wordt door de mannen daar.

Wat zijn dingen waar je bij het opzetten van zo’n bedrijf in Oeganda tegenaan loopt?

“Het is in de eerste plaats gewoon heel erg wennen om met allemaal mensen te werken die niet de opleiding hebben gehad die jij en ik al vanaf vier jaar oud op de Nederlandse scholen hebben gehad. Natuurlijk zijn er hele slimme mensen, net als in de rest van de wereld. Maar ze hebben niet geleerd om creatief, ondernemend out en of the box te denken. Dat mag ook amper. We zorgen dat ze exposure krijgen, dat ze de gelegenheid krijgen om het grotere plaatje te zien, te voelen en te snappen. Want hoe kunnen ze voor ons werken als ze blijven denken in de kaders van die corrupte regering? Daar loop je tegenaan en dat is ook vandaag nog steeds een uitdaging. Eigenlijk moet je zoveel mogelijk zonder regering doen. Gelukkig erkent de president wel dat wij in een sector zitten die waarde toevoegt.”

Het leuke aan ondernemen in Oeganda is dat het bruist, voor alles is een oplossing te vinden en je zit minder met regelgeving dan in Nederland

Hoe voeg je die waarde toe?

“In Oeganda is bijvoorbeeld op het gebied van processing nog niet één blikjesfabriek. Deze case zijn we nu aan het bouwen. Niet een fabriek waar alleen dat Nederlandse ondernemerschap geldt, maar die we ook beschikbaar stellen voor lokale ondernemers. Het lijkt mooi om daar een fabriek te bouwen, maar als er vervolgens alleen maar geproduceerd wordt voor de Nederlandse markt, en deze in handen is van Nederlanders, dan ga je je doel voorbij. Verder is ondernemen in Oeganda heel leuk. Het bruist, voor alles is een oplossing te vinden. Je zit niet zoals in Nederland met heel veel regels.”

Wat heb je nog geleerd van EO?

“Om groter te denken voornamelijk. Verder voelen de waarden van EO voor mij als thuiskomen. Transparant zijn en verder geen gelul. Als je het niet weet dan deel je dat. Deze waarden zitten ook echt in mij. Ik vind het heel leuk om die te brengen in een land als Oeganda. Toen ik net bij EO zat voelde ik me direct thuis. Ik dacht: Zie je wel, je hoeft niet je informatie voor jezelf te houden. Mensen vinden het raar dat ik open kostprijscalculaties doe in Afrika, maar ik geloof echt in die transparantie. Ik heb net weer een aantal Forumsessies gehad. Ik zit bij Forum 19 en zit er nu dus net weer bij. Het voelt goed, het is nog heel vers. Na vijf jaar geen intervisie ben ik hier heel blij mee.  Zeker nu ik weer in die start-up fase zit. De luxe om daar een hele dag voor te hebben is voor mij heel belangrijk.”

Heb je nog ideeën die EO verder zou kunnen brengen?

“Ik voel een drang om Afrika en Europa te verbinden. Iemand vertelde over een Europees forum en nu vroeg ik me af of we daar niet ook een Afrikaans forum kunnen oprichten.”